Geschiedenis

Gepubliceerd op 29 november 2019 om 15:38

 

Het is alweer drie weken geleden, dat ik iets heb geschreven. Dan wordt het wel weer een keer tijd, maar het is juist de tijd, die ontbreekt en deze keer heeft dat een bijzondere oorzaak. Op Facebook kreeg ik een vriendschapverzoek van een oud Heusdenaar, die al ruim dertig jaar Heusden uit is en nog een familielid van me is ook, niet heel dichtbij, maar toch ook weer niet zo veraf. Nou ja, ik ben de " kwaoiste" niet, dus heb het verzoek maar geaccepteerd. De naam is Dirk Jan van Brenk, woont in Nederhemert, hoopt binnenkort te verhuizen naar Waardenburg, waar hij met zijn vrouw, dochter en schoonzoon een oude boerderij heeft gekocht uit het jaar 1760, maar het mooiste is, dat we dezelfde passie hebben en dat is GESCHIEDENIS. Ik heb al zoveel verhalen van hem gehoord, hij is niet te stuiten, "minsekeinder", zou mijn moeder hebben gezegd, wat kan die man "wauwelen". Hij heeft zijn vak mis gelopen, had leraar geschiedenis moeten worden, als zijn berichtjes binnen komen, voel ik me het meisje met twee vlechtjes in de haren, die mijn moeder met veel geduld elke morgen weer bij mij en mijn zussen maakte en ik zit in gedachten met de armen over elkaar te luisteren naar de meester vóór in de klas. Als de meester over de Vikingen vertelde, zag ik ze met hun indrukwekkende boten ons land binnenvaren, ik zag ze de steden plunderen en in brand steken, wat doen ze hier, dacht ik dan, blijf met die rare boten in het Noorden. Maar als DirkJan vertelt, dan zie ik het ook allemaal voor me, Noord en Zuid Hemert, de Maas, die ze hebben verlegd, wat een karwei moet dat zijn geweest, maar ik weet nu ook de geschiedenis van Waardenburg, van de molen, het kasteel, de oude boerderij, de molenaarswoning............ Terwijl ik deze blog aan het schrijven ben, stromen zijn berichtjes binnen, niet te stuiten, schreef ik al, ik vermaan hem, dat ik druk bezig ben met mijn blog, wat na twee, drie keer pas tot hem doordringt......... Tja, DirkJan is dus een achterneef van mij, ik had bijna met het hele Brenkengezin contact, behalve met DirkJan, maar ja, dan had hij Heusden maar niet moeten verlaten. Hij doet wat "wauwelen"  betreft niet onder voor zijn oudste broer Gerrit, want die kan er ook wat van. Vroeger vaak bij hen thuis over de vloer geweest, onze grootmoeders waren zussen, onafscheidelijk, samen veel meegemaakt, ontzettend veel meegemaakt, bijna niet te beschrijven. In het jaar 1918, toen de Spaanse griep ook in ons land vele slachtoffers heeft geëist, werd ook het gezin van onze grootmoeders zwaar getroffen. Binnen enkele weken overleden hun vader (55), moeder (59), zus (29), broer (27) en een broertje (16). Wat een ondraaglijk verdriet moet dat voor de twee zussen zijn geweest, toen ze achterbleven met alleen nog hun oudste broer, die al getrouwd was. Geen wonder, dat de twee zussen Corrie en Gerrie zo verknocht aan elkaar waren. Ze wilden geen oma worden genoemd, maar opoe, waar wij als kinderen weer oepoe van maakten. In het dorp werden ze Keetje en Garrie genoemd. Wij gingen nogal eens met oepoe Keetje naar haar zus Garrie, die met het Brenkengezin in de boerderij woonde, waarnaast De Betuwehof is gebouwd. Ons ouderlijk huis stond aan dezelfde dijk, een klein eindje er vandaan. Ja, dezelfde dijk....... Ik moet toch weer denken aan mijn lagere schooltijd. Ik zat bij een broer van DirkJan van Brenk in de klas, Evert was dat. Op een dag vroeg de meester aan de kinderen, weten jullie de naam van de straat, waar jullie wonen en om de beurt moesten de kinderen (tweede klas was het) de straat noemen. Daar zat ik.............. en maar denken en maar denken, ik dacht, ik woon niet in een straat, wat moet ik straks zeggen, de meester ging rij voor rij af en ik hoorde Hamsestraat...... Burgemeester Lodderstraat.......... Dalwagenseweg......... Kerklaan en zo ging het door en ja, toen stond de meester voor onze rij, stok in de hand, streng kijken en telkens klonk het uit zijn mond...... jij....... jij..... Toen viel mijn oog opeens op Evert en ik dacht, Evert kan me redden, ik moet goed opletten wat hij zegt, dat moet ik ook zeggen. En toen Evert aan de beurt was, hoorde ik heel gewoon...... Rijnbandijk! Ja, het was dus gewoon Rijnbandijk, hoe dom toch van mij, geen straat, maar een dijk en een dijk, dat is ook een straat. Ik voelde me zo opgelucht, zat als een veertje in de bank en toen ik aan de beurt was, zei ik zo triomfantelijk RIJNBANDIJK, alsof ik zeggen wou, dat is niet zo moeilijk. Het liep dus goed af, dankzij Evert, ook een dijkbewoner, net als ik. De uitspraak, die negatief wordt bedoeld, van de familie moet je het maar hebben, was nu juist positief. Dus Evert, na 53 jaar, alsnog bedankt! En Dirk Jan en het gezin van Brenk, bedank voor de stof voor deze blog! 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.